Opname van de Gemeente en het oud huwelijksritueel

Lieve broeders en zusters, Al enige tijd is het boek “wake up” in omloop. Zelf heb ik het boek ook gelezen. Het is een heel mooi boek die veel dingen duidelijk maakt, omdat het bepaalde zaken uit de bijbel uitlegt middels oude Joodse tradities en gebruiken, die bij ons helemaal niet bekend zijn. Het laatste hoofdstuk, wat gaat over bruiloft, bruidegom en bruid en alles wat daar mee samen hangt, heb ik hier uitgelicht en een aantal dingen daaruit gekopieerd. De bijbel staat er immers vol mee en ook Jezus spreekt hier vaak over. Het is dus niet mijn studie maar komt uit bovengenoemd boek. Het zal je geloof ongetwijfeld verdiepen en versterken. Ook wat betreft de terugkomst van Jezus en de opname van de Gemeente, komt hiermee in een heel bijzonder daglicht te staan. Ik kon en wilde jullie dit niet onthouden. Hartelijke groet, Jan van Weerden

Dit bericht is geplaatst op 30-01-2021

Hoofdstuk 6 Het Joodse huwelijksritueel

Het Oude Verbond is niet de exclusieve leverancier van schaduwen, ook de oude Hebreeuwse tradities geven een opmerkelijk beeld van onze toekomstverwachting volgens de werkelijkheid in Christus.

Het huwelijksritueel dat in dit hoofdstuk beschreven wordt, onderschrijft de stelling, dat informatie vanuit de tijd van de bijbel die weliswaar niet direct wordt aangetroffen in de bijbel zelf, kostbare ondersteuning kan vormen van de bijbelse patronen.

De Gemeente wordt in de bijbel meerdere malen vergeleken met een bruid, terwijl Jezus Christus Zelf de plaats inneemt van de bruidegom.

De Joodse bruiloftsceremonie blijkt een perfecte kopie of repetitie te zijn van de grote hemelse Bruiloft.

Voorafgaand aan Zijn Hemelvaart zei Jezus tegen Zijn discipelen dat ze niet verdrietig moesten zijn, want dat Hij naar Zijn Vader ging om voor hen een plaats voor te bereiden. In het huis van Zijn Vader zijn immers vele woningen.

Toen Jezus met Zijn discipelen optrok, ging Hij er terecht van uit dat zij thuis waren in al de Joodse gebruiken. Voor hen waren Zijn voorbeelden en beeldspraken vanzelfsprekend. Wij hebben juist moeite met sommige verhalen van Jezus, omdat wij de Joodse gebruiken en gewoonten niet kennen maar voor de toehoorders van Jezus was het bekend en ze begrepen wat Hij bedoelde.

Zoals gebruikelijk in het midden oosten, zocht de vader van de bruidegom meestal de bruid uit.

Nadat de tussenpersoon of de vader een meisje had uitgekozen, vond meestal een ontmoeting op neutraal terrein plaats, bijvoorbeeld een waterput of marktplein.

Als het klikte, dan was de volgende stap dat de man op een dag naar het huis van de aanstaande bruid zou gaan. In Israël was het van groot belang dat de bruid en bruidegom zelf voor elkaar kozen.

Als er niets meer in de weg staat tussen de bruid en bruidegom, volgt er een volgende ontmoeting in het huis van de toekomstige bruid.

De bruidegom in spé komt met zijn vader bij de deur van het huis van de familie van de bruid, want de vaders spelen een belangrijke rol. De bruidegom heeft de verbondsbeker, de wijn en de losprijs bij zich. De bruidegom zorgt dus zelf voor de rode wijn en reikt die later aan de bruid aan.

De aanstaande bruid heeft, als zij instemt met het openen van de deur, een maaltijd voor de bruidegom bereid.

ZIE IK STA AAN DE DEUR EN IK KLOP, INDIEN IEMAND MIJN STEM HOORT EN DE DEUR OPENT, IK ZAL BIJ HEM BINNEN KOMEN EN MAALTIJD MET HEM HOUDEN EN HIJ MET MIJ

Deze tekst lees je op een heel andere manier, als je de de Joodse huwelijksceremonie kent.

Als de bruid haar eerste jawoord heeft gegeven, overhandigt de bruidegom het huwelijkscontract, dat in het Hebreeuws de Ketoeba genoemd wordt.

In de ketoeba staan de verplichtingen van de bruidegom tegenover de bruid beschreven. Het is opmerkelijk dat in dit contract ook al de vererving wordt geregeld. De bruid wordt in dit stadium al de erfgenaam van de bruidegom.

In de tweede brief van Petrus staat dat God de gelovige de allergrootste beloften heeft geschonken en wijzen de apostelen voortdurend op de erfenis die de gelovige na zijn bekering al ontvangen heeft, terwijl de grote bruiloft eigenlijk nog moet plaats vinden.

De Tora wordt gezien als de ketoeba die God met Zijn volk bij de berg Sinaï sloot. Mozes overhandigde namens God de Tora, Gods Ketoeba, aan het volk Israël bij de voet van de berg Sinaï en het volk bevestigde eenstemmig: "al de woorden, die de Here gesproken heeft, zullen wij doen."

De westerse kerk heeft deze ketoeba ( tora ) veel te veel gezien als een wet, waar je alleen maar over kunt struikelen en die vooral geldt als een meetlat om je te kunnen veroordelen.

De Joden hebben de Tora nooit eenzijdig als Wet beschouwd, omdat zij weten dat de Tora allereerst de richtlijnen van God zijn voor een goed leven.

Als de Tora wordt gezien als de ketoeba en inleiding van het uiteindelijke huwelijksverbond tussen de Hemelse Bruidegom en de Bruid, hoe verbazingwekkend is het dan dat wij vaak het idee hebben dat deze "Wet" volledig heeft afgedaan nadat de Bruidegom voor de eerste keer kwam?

De hele Tora was en is gericht op de relatie tussen Bruid en Bruidegom. Het karakter van de Tora is dus heel anders dan dat van een Wet, waarop je een overtreding kunt vaststellen en kunt straffen.

Het is geen geheim dat een samenleving wordt gezegend als bijbelse principes uit de Tora of uit andere bijbelgedeelten worden doorvertaald naar de maatschappelijke ordening van dat land.

De ketoeba werd als een voortdurende herinnering aan de huwelijksverplichtingen opgeborgen in het huis van elk van de beide families. Ook hier is er weer de parallel : tijdens de reis door de woestijn stond de tabernakel in het midden van het tentenkamp. In het Heilige der Heiligen stond de Ark van het Verbond waarin Gods ketoeba lag: de stenen tafelen met de instructies.

De prijs die door de bruidegom wordt betaald aan de familie van de bruid is niet gering. De bruid geeft zelf haar toestemming en is op de hoogte van die prijs en die prijs geeft symbolisch ook haar waarde voor de bruidegom aan. Trek nu eens de parallel met de kruisdood van Jezus en de losprijs met Zijn bloed.

Door de betaling verandert de status van de bruid en wordt zij apart gezet van haar familie, hoewel zij er nog wel enige tijd deel van uit blijft maken. Dat doet denken aan de gelovige die nog wel in deze wereld is maar niet meer van deze wereld.

De bruid kon destijds niet de bruidsschat aannemen om vervolgens "nee"te zeggen tegen de ketoeba. Ook vandaag kunnen gelovigen niet"opteren" voor de bescherming en de zegen van het Nieuwe Verbond, zonder dat zij ook voluit "ja" zeggen tegen heel Zijn Woord en erkennen dat zij Zijn eigendom zijn geworden, met de consequenties die daarbij horen.

De bruid wordt, na het sluiten van de ketoeba, uit vrije wil de wettige vrouw van haar man, hoewel ze nog niet met hem samenleeft. De wederzijdse huwelijksverplichting van de seksuele gemeenschap gaat slechts in na de definitieve huwelijkssluiting. In de voorafgaande ketoeba wordt overigens opgenomen dat de bruid maagd is en dit tot aan de huwelijksdag zal blijven. Zij dient zicht rein te bewaren voor die dag. Parallel daar mee is het voor de Bruid van Christus een belangrijke opdracht om geestelijk rein te blijven en zich niet door de wereld te laten besmetten in haar voorbereiding tot aan de bruiloft.

Als de aanstaande bruid een slavin was van een ander, dan moest zij eerst worden vrijgekocht, voordat zij kon trouwen met de bruidegom. Dit verwijst opnieuw naar het beeld van de hoge losprijs die de Vader moest betalen om een Bruid voor Zijn Zoon los te kopen uit de slavernij van- en het juk van de zonde.

Als teken van het ketoebaverbond dat de bruidegom en bruid samen sluiten, schenkt de bruidegom een beker met rode wijn in en biedt de bruid deze beker aan. De bruid aanvaardt deze beker en drinkt deze samen met de bruidegom. Over deze beker wordt een plechtige verbintenis uitgesproken: de bruidegom zegt dan:" ik zal deze beker niet meer drinken totdat wij weer verenigd zijn.

Hoe fascinerend zijn de woorden van Jezus tijdens het laatste avondmaal: en Hij nam een beker, sprak de dankzegging uit en gaf hun die en zeide: Drinkt allen daaruit. Want dit is het bloed van mijn Verbond dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden. Doch Ik zeg u, Ik zal van nu aan voorzeker niet meer van deze vrucht van de wijnstok drinken top op die dag, dat ik haar met u nieuw zal drinken in het Koninkrijk mijns Vaders."

De "ondertrouw" ( kiddoesjien ) start officieel door de bekerceremonie, het kan dan nog tot 2 jaar duren tot de echte huwelijksdag. Het samen drinken van de beker was in Israël bedoeld als een zichtbaar teken van de aangegane verbintenis voor de periode dat ze elkaar niet zouden zien. De eerstvolgende keer dat ze elkaar zouden zien was pas op de bruiloftsdag zelf.

De bruidegom vertrekt niet voordat hij geschenken geeft aan de bruid zelf. Die geschenken geven de bruid zekerheid en helpen haar om aan de bruidegom te blijven denken. Dit is niet de bruidsschat, want dat is vooral de losprijs aan de ouders van de bruid.

De Heilige Geest is het geschenk van de Bruidegom aan de Bruid maar vervangt de losprijs niet.

Deze schaduw leert ons dus iets heel bijzonders: de Heilige Geest is gekomen als geschenk aan de Bruid en geldt als zekerheid en onderpand dat de Bruidegom Zijn beloften zal nakomen en trouw zal blijven aan Zijn belofte om de Bruid te komen halen. Ook al is Hij langere tijd weg naar het Huis van Zijn Vader.

Aan de andere kant is onze verplichting als Bruid dat wij ons in alles gedragen als "eigenen" van de Bruidegom.

 

 

Na de kiddoesjien vertrekt de bruidegom om een plaats voor te bereiden. Hij moet een woning in orde maken, waar het echtpaar na de bruiloft zal wonen. Tegelijkertijd werkt de bruidegom aan de choepa, dat is de bruidskamer. Deze bruidskamer is niet in hun toekomstig huis maar in het huis van de vader van de bruidegom. We kunnen nu ook veel beter de tekst begrijpen die Jezus zegt tegen Zijn discipelen:" in het huis Mijns Vaders zijn vele woningen, anders zou ik het u gezegd hebben, want Ik ga heen om u een plaats te bereiden en wanneer Ik heen gegaan ben en u een plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt waar Ik ben."

Afhankelijk van de toestand van de familie van de bruidegom, woonden bruid en bruidegom na de huwelijksceremonie in een eigen huis of in een eigen onderkomen dat onderdeel was van het (grote) huis van de vader van de bruidegom.

De bruidegom vertrok - en die dag gedenken wij de Hemelvaartsdag - waarna na 10 dagen de Heilige Geest werd uitgestort. De kerk heeft vaak gedacht dat de opdracht nu "volbracht"was dat het nu een kwestie was van wachten. Maar er was voor de Joodse bruidegom nog veel te doen na zijn vertrek en dat is ook zo met de Hemelse Bruidegom.

Als de bruidegom vertrok deed hij de sluier voor het gezicht van de bruid. Vanaf dat moment gaat de bruid alleen nog gesluierd naar buiten en daarmee geeft ze aan dat ze niet meer beschikbaar is voor andere mannen, omdat ze al aan een man toebehoort. Ze mag vanaf dat moment ook de naam van de bruidegom als haar naam gebruiken, als teken van bescherming.

Hoewel gelovigen nu nog in deze wereld zijn, zijn ze niet meer van deze wereld: ze zijn apart gezet om door de Bruidegom opgehaald te worden.

De Joodse bruid hield voorafgaand aan de bruiloft de mikwa-rituelen. Dit zijn reinigingsrituelen met natuurlijk stromend water. De mikwa is hetzelfde woord dat wij voor "doop" gebruiken.

De voorbereiding van de bruid bestond ook uit het weven van het bruiloftskleed en het schoon houden daarvan en moest gereed hangen. De parallel met gelovigen is dat zij aan hun bruiloftskleed weven van blinkend en smetteloos fijn linnen door hun goede daden en een rein leven. Zie

openbaring 19:8 waar het gaat over de bruiloft van het Lam:” en haar is gegeven zich met smetteloos en blinkend fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de rechtvaardige daden der Heiligen”

De door God opgedragen goede werken zijn belangrijk, zolang ze niet gericht zijn op het verkrijgen van redding maar op het weven van het bruiloftskleed.

Ook de joodse bruid kon niet door goede werken de gunst van de bruidegom verkrijgen. Die goede werken volgden pas ná de ondertekening van de ketoeba.

Toch zijn er christenen die menen dat zij niet meer rein hoeven te leven nu zij het eigendom van de Bruidegom zijn. Wat zouden we vinden van een aardse bruid als zij zo zou denken en handelen.

De bruidsschat die voor de bruid was betaald en de geschenken die de bruidegom had achtergelaten waren in Israël geen absolute garantie dat de bruid zichzelf in de tussentijd niet met andere mannen zou inlaten. Jacobus waarschuwt de Bruid in zijn brief voor geestelijk overspel.

 

Er zijn 4 patronen die precies met elkaar overeenkomen:

1: de lange tijd waarin de aardse bruid in afwachting is van haar bruidegom, komt in de chronologie overeen met:

2: de lange periode waarin de geestelijke Bruid nu al wacht op haar hemelse Bruidegom.

3: de lange woestijntocht die het volk Israël maakte na het Verbond bij de berg Sinaï en voordat het volk het Beloofde Land mocht intrekken,

4: de lange droge periode in Israël die loopt van het Pinksterfeest tot aan de dag waarop het Bazuinenfeest in het najaar begint.

Deze woestijnperiode is niet zonder diepe betekenis voor de gelovige: we zien dat er een Verbond is gesloten tussen God en Israël en parallel hieraan een Verbond tussen de aanstaande Bruid en de Bruidegom. In beide gevallen wordt er een lange periode ingelast. In deze periode-die elke gelovige op de Weg meemaakt, volgt er voorbereiding, beproeving, zuivering, woestijn(en) of soms zelfs een periode van een ogenschijnlijk gesloten hemel en een onzichtbare Bruidegom.

Sommige gelovigen doen voorkomen alsof ze elke dag persoonlijk door God aan de hand worden begeleid door het leven maar je mag je afvragen of dit werkelijk zo is. God geeft ons ook een periode in ons leven waarin Hij het aan ons over laat om Zijn Instructie ten leven op elk vlak van ons dagelijks leven toe te passen. En soms kan dat aanvoelen als een woestijntocht. God gebruikt deze perioden om tot een diepere verbondenheid met ons te komen.

 

Het beloofde land is in zicht, en de Bruid heft haar hoofd omhoog en weet dat het nu niet lang meer zal duren. Alle patronen wijzen erop dat grote waakzaamheid is geboden. Maar het is ook de periode waarin de dwaze bruidsmeisjes zich niet al te druk maken en hun taak voor de intocht van de Bruidegom niet echt serieus nemen.

De bruid en de bruidegom in Israël hebben geen gemeenschap tot na de uiteindelijke viering van de bruiloft.Dit is opnieuw een nauwkeurige schaduw van de Bruid die nu nog in afwachting is van de Hemelse Bruidegom. Zij is pas ná de Opname en ná de grote Bruiloft in volle geestelijke gemeenschap met Hem. Pas dan ziet zij hem van aangezicht tot Aangezicht, voor altijd. De heiligingsperiode is een zeer belangrijke periode voor de Bruid, een periode waarin zij zich vooral geestelijk voorbereidt en haar verlangen naar de Bruidegom groeit. Hoe kan het dan dat we toch vaak horen "dat niemand het kan weten en dat we ons er ook maar niet mee bezig moeten houden." Als elke aardse bruidegom zich zou verbazen over zo'n onverschillige houding van zijn bruid, zal de Bruidegom er dan anders over denken?

 

 

 

Een tweede aspect in de voorbereiding van de bruid op de bruidegom is het weven van de kleden voor het toekomstig huis.Kleden waren essentieel voor de inrichting van het huis en het handmatig weven was een intensieve klus.

 

Zonder dat we de Losprijs van Zijn Bloed aanvaard hebben en daarbij ons "ja-woord"aan de bruidegom hebben gegeven, hebben de goede werken geen eeuwigheidswaarde. Maar zodra we die Losprijs wél aanvaard hebben,komen die werken ineens in het licht van die Losprijs en de toekomstige woning te staan. Openbaring 19:8

Als de bruid in haar nieuwe woning komt, dan zullen haar kleden worden beoordeeld. Dit heeft geen invloed meer op haar positie van bruid, want zij is dan al eerder in het huis van haar vader - in het huwelijksverbond getreden. Met andere worden: de geleverde kleden zijn niet de oorzaak van de relatie tussen Bruid en Bruidegom, maar het gevolg van een Bruid die hem lief gekregen heeft die haar taak in gehoorzaamheid doet en die voortdurend naar Hem uitziet.

Hoewel de bruid niet het exacte moment kon inschatten, besefte ze wel dat de kans groter werd naarmate de tijd vorderde. Voor gelovigen is hier weer een volgende les te trekken: volgens de traditie koos de bruid tien ongetrouwde vriendinnen die de bruidegom langs de weg opwachtten met olielampen. Hun lampen moesten blijven branden; de bruidegom kwam de bruid altijd in het donker vóór middernacht ophalen. Het was zo gepland dat de bruidegom rond middernacht weer thuis kon zijn in het huis van zijn vader voor de voltrekking van het huwelijk. Het echte huis van de bruid is het huis van de bruidegom, dat zij tot dat moment nog niet heeft gezien. Wát een schaduw van wat de bijbel zegt:" wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben."

Is het niet typerend dat in de ceremonie is opgenomen dat de bruid voor middernacht wordt opgehaald? Is dit niet een schaduw van ons vertrek voordat het meest donkere gedeelte van de nacht aanbreekt?

Het is niet toevallig dat hier het verband met het Bazuinenfeest wordt gevonden, dat in het teken van die Opname staat. Het Bazuinenfeest start altijd met een donkere nacht die invalt omdat dit de nacht is dat het eerste streepje van de nieuwe maan weer zichtbaar wordt en maar korte tijd boven de horizon uitkomt.

Waarom is er nog zoveel stille weerstand als het gaat om het voorbereiden op de aanstaande komst van de Bruidegom? Waarom heerst er toch nog zo vaak de gedachte dat de Bruidegom wel voor hen zal zorgen en als het dan toch zover is, dan zullen alle gelovigen wel worden weggevoerd. Daar kunnen ze zelf toch niets aan doen, is dan de gedachte. Maar hoe kunnen wij bij de Bruid horen als ons gedrag niet die van de Hebreeuwse bruid weerspiegelt? Als we ons hoogstens mondjesmaat voorbereiden en ons niet met heel ons verstand, hart en ziel richten op Zijn komst? We weten dat de tijd nog maar kort is, geen twijfel daarover!

 

 

Uit Gods reddingsplan zoals het is neergelegd in de feesten, blijkt dat de gelovige een steeds diepere wandel met Hem krijgt. Er zit namelijk progressie in de feesten. Samengevat gaat het eerst over:

- bevrijding en het uittrekken uit het koninkrijk van deze wereld (Pesach )

- daarna over de reine en waarheidsgetrouwe wandel ( Ongezuurde Broden )

- het opstaan in nieuwheid des levens ( Eerstelingen )

- en het aan Zijn Woord en Geest volledig gehoorzaam zijn ( Pinksteren )

Terwijl de Grieken zich vooral richtten op de kennis over God ( het leren ) richt de Jood zich op het "lernen". Dit lernen is een levensopdracht die nooit ophoudt en die bestaat uit een voortdurend leren én doen en daaruit opnieuw leren.

Een heel bijzonder aspect is dat de bruidegom niet precies weet wanneer hij zal terugkeren naar de bruid. De vader van de bruidegom kiest het moment. Pas als hij helemaal tevreden is over de woning van het toekomstig paar en over de bruidskamer in zijn eigen huis, geeft hij zijn zoon het teken dat hij mag vertrekken om de bruid te halen. Dit is de context van Jezus' woorden : " Maar van die dag of van die ure weet niemand, ook de engelen in de hemel niet ( ook de Zoon niet ) alleen de Vader.

Op het moment dat de vader zijn zoon, de bruidegom, laat gaan naar zijn bruid, rent de beste vriend van de bruidegom voor hem uit. Hij blaast op de sjofar om de bruid en de bruidsmeisjes te waarschuwen dat de komst van de bruidegom aanstaande is. Op dezelfde manier zal ook de komst van de Hemelse Bruidegom en de Opname van de Bruid worden voorafgegaan door het langgerekte geschal van de Laatste bazuin, die precies ook weer geassocieerd wordt met het Bazuinenfeest, waardoor de lijn van de patronen opnieuw gelijk loopt.

Als de sjofar klinkt, dan weet de bruid dat het vanaf dat moment heel snel zal gaan. Eigenlijk heeft ze dan geen tijd meer om zich nog voor te bereiden. Als de bruidegom aankomt bij het huis van de vader van de bruid, dan komt hij volgens de traditie niet het huis van de familie van de bruid binnen, maar "grist" hij de bruid snel weg.

De bruidegom neemt de bruid vervolgens in een stoet van feestgangers mee naar het huis van zijn vader. Ook in de gelijkenis van de tien maagden komt dit tafereel naar voren.

De Bruidegom komt op het Bazuinenfeest dus alleen "voor de drempel van het aardse huis van de Bruid"-dat wil zeggen op de wolken en niet op aarde - en verdwijnt vervolgens met die Bruid, zonder dat iemand op aarde het op dat moment ziet.

De Bijbel leert ons op verschillende plaatsen dat dit inderdaad een weggrissen is, dat in een oogwenk plaatsvindt. We lezen dat wij Hem tegemoet zullen gaan in de lucht.

 

 

 

Nu komen we bij het moment van de officiële bruiloftsplechtigheid. Dit heet de Nisuin. Dit Hebreeuwse woord staat ook wel voor "opgetild worden" of "dragen". In de oude tradities haalde de bruidegom de bruid op in een soort draagkoets. Vanaf de drempel van het huis tilt hij haar op en brengt haar dan over naar de draagkoets, waarna zij door dragers wordt weggedragen naar het huis van zijn vader. Ze gaat dus niet te voet naar het huis van de vader maar ze wordt opgetild en haar voeten raken de grond vanaf dat moment niet meer....

Andere studies vermelden dat de bruidegom met zijn stoet niet helemaal tot aan het huis van de bruid komt, maar op een afstand wacht totdat de draagkoets arriveert. Beide lezingen tonen het adembenemend beeld dat de Bruidegom niet op aarde terugkeert, maar de Bruid tegemoet komt en dan met haar terugkeert naar het Huis van de Vader.

De periode tussen de Kiddoesjien en de Nisuin, die wel tot twee jaar kon duren, staat ook symbool voor de periode waarin de Edele Olijfboom zijn voltooiing vindt op aarde. Een tijdspanne van twee dagen van duizend jaar verloopt volgens Gods profetische kalender tussen de vervulling met de Heilige Geest op Pinksterdag en het moment van de Opname van de Bruid.

De huwelijksplechtigheid vindt plaats onder de "choepa"een soort luifel van vier houten palen, met een doek er tussen gespannen. De choepa is het symbool van de Bruidskamer en het symbool van de beschermende bedekking die de man als hoofd geeft aan de vrouw.

Als de bruidegom arriveert bij de choepa, wordt hij verwelkomd met de woorden:" Gezegend is hij die is gekomen." Daarmee worden voor ons de volgende woorden die Jezus tot Zijn discipelen sprak veel duidelijker:" Want ik zeg u, gij zult Mij van nu aan niet meer zien, totdat gij zegt: gezegend Hij, die komt in de Naam des Heren."

Het dragen over de drempel van het vaderhuis, waar ook de Bruidskamer is ingericht, is de voltooiing van de Nisuin. Dit bijzondere ceremoniegedeelte heeft nog een verre uitloper van een aantal hedendaagse huwelijken, als de bruidegom de bruid optilt om haar in het echtelijk huis te tillen.

De officiële huwelijksplechtigheid begint zodra de bruid "onder de choepa"is gekomen in het huis van de vader. Zo zal het ook zijn als de Bruid, die geleerd heeft onder zijn autoriteit te wandelen, op het Bazuinenfeest wordt opgenomen: de Bruiloft van het Lam zal dan onmiddelijk beginnen.

Totdat de bruid onder de choepa komt, is ze gesluierd. Na de officiële huwelijksplechtigheid gaan de bruid en de bruidegom naar de bruidskamer en ze verblijven daar zeven dagen. De bruidegom en de bruid treden dus niet gelijk als man en vrouw naar buiten maar zijn eerst een periode in de bruidskamer. De bruiloftsgasten blijven buiten en vieren al die tijd feest. Aan het eind van deze periode van zeven dagen komt het bruidspaar naar buiten en vindt het eigenlijke bruiloftsmaal plaats. Deze zeven dagen in de bruiloftsuite verwijzen op schitterende wijze naar de zeven jaren van de Bruiloft van het Lam in het Huis van de Vader. Gedurende die zeven dagen verbleven bruid en bruidegom in het toenmalige Israël verborgen in de bruidskamer. Op dezelfde manier zal ook de hemelse Bruid zeven jaar in het Vaderhuis blijven, terwijl tegelijkertijd op aarde Gods oordelen zullen plaatsvinden.

 

Als de bruid en bruidegom samen zeven dagen, dat is de bruidsweek, hebben doorgebracht in de bruidskamer, dan treedt de bruidegom naar buiten om zijn bruid aan de wereld te presenteren. Alle aanwezigen hebben op dat moment gewacht, want pas nu zal het eigenlijke bruiloftsmaal worden gehouden, als afsluiting van de bruiloftsweek.

Is dit niet het beeld van het Bruiloftsmaal en de terugkeer van de Bruidegom met Zijn heiligen, een beeld dat in het boek Openbaring wordt genoemd, nadat de laatste jaarweek van Daniël is verlopen? Het lijkt er in alles op.

Nu we het beeld van de Hebreeuwse bruiloft overzien, beseffen we :

dat het feestelijk Bruiloftsmaal in tegenwoordigheid van iedereen in de hemel wordt gehouden.

op het moment dat de bruid en bruidegom aan het eind van de zeven dagen ( jaren ) de bruiloftskamer verlaten en

dat die gebeurtenis daarom aan het eind van het boek Openbaring wordt beschreven.

de voltrekking van de Hemelse Bruiloft zal daarom direct na de Opname van de Bruid beginnen en de volle zeven jaren zullen nodig zijn om de schaduw te vervullen om de tijd van de Bruiloft vol te maken. De geestelijke gemeenschap met haar Bruidegom en Koning zal op de Bruid een onbeschrijflijke invloed hebben. Dit zal haar toerusting compleet maken om daarna duizend jaar met Hem te regeren.

De bruid zal na de huwelijksplechtigheid daar zijn waar de bruidegom is. Het getrouwde stel bleef in Israël niet voor altijd in het huis van de vader, want de bruidegom had immers na het sluiten van de ketoeba zelf een woning gebouwd. De bruid volgde haar bruidegom.

Dit aardse beeld is opnieuw helemaal in lijn met het Hemelse. Jezus Christus aanvaardt bij de Hemelse Bruiloft ook het Koningschap over de aarde.

Het is meer dan duidelijk: Jezus Christus vervulde de huwelijksverplichtingen voor de eerste fase met Zijn Bruid. Het huwelijkscontract - de ketoeba - is getekend, de Bruid heeft de geschenken aanvaard, de "ondertrouw" is van start gegaan en de Bruidegom is vertrokken en heeft de Heilige Geest als onderpand achtergelaten. Daarmee heeft Jezus, zoals eerder aangegeven ook de eerste drie voorjaarsfeesten en het Pinksterfeest vervuld.

Jezus Christus zal heel binnenkort ook de overige verplichtingen voor de Bruiloft vervullen. De lange droge zomer van de laatste 2000 jaar is ten einde, het is tijd voor het Bazuinenfeest, tijd voor de Laatste bazuin.

In het patroon van het Hebreeuwse huwelijk zien we allereerst dat de drie Pesachfeesten en het Pinksterfeest heel nadrukkelijk een geheel vormen. Jezus Christus tekende als Bruidegom Zijn ketoeba tijdens het avondmaal voor het Pesachfeest en Hij verwees daarbij uitdrukkelijk naar het huwelijksverbond tijdens deze Sedermaaltijd. De wijn die hij dronk was de beker van Zijn verbond en tegelijkertijd de beker die bruid en bruidegom drinken. Jezus sprak de woorden van een bruidegom toen hij zei dat Hij niet meer van deze beker zou drinken totdat Hij weer samen zou zijn met de Bruid. Jezus betaalde de losprijs voor Zijn Bruid aan het kruis van Golgotha, zodat de Bruid de eigene werd van de Bruidegom. Toen Jezus vertrok liet Hij, precies op het Pinksterfeest, als verzegeling van de ketoeba, de Heilige Geest als onderpand achter, om de Bruid te herinneren aan de Bruidegom én om haar te ondersteunen bij de voorbereiding op de Bruiloft. Al tijdens haar leven op aarde heeft de toekomstige Bruid van alle generaties een niet te meten erfenis ontvangen.

Zodra Hij terug komt om de Bruid te halen, zal de laatste bazuin van het Bazuinenfeest klinken en wordt de Bruid in een oogwenk opgenomen om naar het huis van de Vader van de Bruidegom te gaan. voor de huwelijksvoltrekking. Na 7 jaar in de Bruidskamer treden de Bruid en de Bruidegom naar buiten, vindt het Bruiloftsmaal in de Hemel plaats en wordt de geestelijke huwelijksweek afgerond. Met alle vijandige machten wordt vervolgens in Armageddon vanaf die laatste Grote Verzoendag afgerekend waarna de Bruidegom en de Bruid voorgoed samen zullen zijn, in eerste instantie tijdens een Vrederijk van 1000 jaar. De Bruid zal daar met de Bruidegom regeren.

Toen het Nieuwe Verbond in Jezus Christus werd gesloten, kwam er een nieuwe ketoeba en niet lang daarna kwam de vervulling van een geheimenis, dat al in het Oude Verbond werd vermeld: door het geloof in het reddingswerk van de Zoon van God mochten ook de gelovigen uit de heidenen deel uitmaken van dat Nieuwe Verbond en dus, als geestelijke erfgenamen van Abraham, ook van de Bruid. Paulus legt dit geheimenis uit, vooral via het beeld van de Edele Olijfboom, waarop wilde takken werden geënt.

De gelovigen uit de heidenen werden door die enting niet Israël en ook niet ingelijfd bij het oude Israël maar zij werden naast Israël toegevoegd aan de stam van de Edele Olijf en werden zoals gezegd tot geestelijke kinderen van Abraham.

Dus:

1 Als de bruidegom aan de deur van het ouderlijk huis van de bruid klopt en ER WORDT OPEN GEDAAN, dan wordt een maaltijd gehouden en kan de eerste stap op weg naar een later huwelijk worden gezet. Dat zijn ook precies de woorden die Jezus sprak:" Zie, Ik sta aan de deur en ik klop. Indien iemand naar Mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden.

2 Als de bruidegom de derde beker wijn dronk, dan zei hij dat hij niet weer van deze wijnbeker zou gaan drinken totdat hij weer zou komen om de bruid te halen. Dit zei Jezus ook na de Sedermaaltijd. De discipelen kenden dit beeld van bruid en bruidegom.

3 Jezus zegt tegen zijn discipelen dat Hij zal heengaan om een plaats te bereiden en dat Hij zal terugkomen om hen te halen als die plaats is bereid. Dit zijn opnieuw de woorden van een bruidegom naar een bruid en zij hebben betrekking op het door de bruidegom te bouwen huis.

4 Jezus zei dat "niemand de dag noch het uur"van Zijn wederkomst kent, maar dat" alleen de Vader het weet". Zo was het ook met de aardse bruidegom: zijn vader gaf het tijdstip aan wanneer het huis en de bruidskamer klaar waren. De bruid moest zorgen dat ze er klaar voor was, wanneer het zover was.

5 Als de bruidegom de bruid kwam halen, klonk er een sjofar en griste de bruidegom de bruid bij haar ouderlijk huis vandaan. Paulus verwijst hiernaar als hij spreekt over de plotselinge opname van de Bruid en hij doet dit nadrukkelijk ook aan de gelovigen van de gemeente in het Griekse Tessalonica en Korinthe.

6 Paulus zegt dat Christus Zijn Gemeente heeft gereinigd door het waterbad met het Woord en dat Hij op die manier de Gemeente voor zich heeft geplaatst, stralend, zonder vlek of rimpel. Hij verwijst hier naar de mikwes, of rituele waterbaden die de bruid speciaal ondergaat voordat de huwelijksceremonie plaatsvindt.

 

Als je dit hebt gelezen dan kan het niet anders dan dat je hierdoor opgebeurd wordt en het verwachten van de komst van de Heer Jezus in de lucht om Zijn Gemeente op te halen wordt versterkt. Ik hoop dan ook dat je hierdoor gezegend mag zijn.